Concept stra­te­gisch beleidsplan Twence 2024-2027


18 september 2023

Schriftelijke bijdrage:

Gisteren was in de kamer Fysiek het agendapunt; concept strategisch beleidsplan Twence 2024-2027.

Wij hadden dat concept aangemeld voor bespreking en daar een aantal vragen over gesteld die op dat moment niet konden worden beantwoord, vandaar dat wij ze nu schriftelijk indienen:

Het ging ons o.a. om deze quote uit het beleidsplan:

Twence intensiveert de productie van groen gas (uit gft en mest) en zo worden gebouwen duurzaam verwarmt met groen gas uit de regio

Die arme varkens… hun poep levert gewoon bruine stoom op die hier ook door het college wordt groengewassen, greenwashed als zijnde groen (bio)gas.

1:Dat is toch een afschuwelijke realisatie dat wij ook ons gemeentelijk vastgoed in Enschede verwarmen met puur dierenleed?

Graag een reactie van de wethouder.

Antwoord van de wethouder: Groen gas uit gft en varkensmest is biogeen en derhalve geen voorbeeld van greenwashing. Groen gas wordt namelijk geproduceerd uit de vergisting van organisch materiaal (mest, maar ook plantaardig gft enz.), d.w.z. materiaal ontstaan door binding van CO2 uit de atmosfeer aan waterstofmoleculen.

2.Is het verstandig om onszelf afhankelijk te maken van de mestcapaciteit van de intensieve veehouderij terwijl het aantal dieren omwille van de stikstof- en klimaatcrisis juist zal moeten krimpen?

Antwoord van de wethouder: De consensus luidt dat geen volledige afbouw van de intensieve veehouderijsectoren zal plaatsvinden. Het verwerken door Twence van de beschikbare varkensmest in de regio levert een bijdrage aan de reductie van stikstofemissies en -depositie alsmede van broeikasgasemissies (voorkomen langere vervoersbewegingen, substitutie fossiele brandstoffen). Daarnaast is het vanwege het sluiten van mineralenkringlopen een voorbeeld van kringlooplandbouw.

3.Ziet het college dit lock-in-effect ook?

Antwoord van de wethouder: Nee, Twence levert conform de aanbesteding de komende jaren een deel van de gas die benodigd is voor de verwarming van het gemeentelijke vastgoed. Na afloop vind een nieuwe aanbesteding plaats. We zijn dan dus niet gebonden aan het groene gas van Twence.

Ook de boeren in Enschede leveren de varkenspoep en Twence weet ook hoeveel mest dat is. Maar het gekke is: als wij als Partij voor de Dieren op 1 mei al vragen hoeveel varkens we eigenlijk hebben in Enschede hebben we na ruim 5 maanden nog geen antwoord: want dat weet men dat niet… dan is het ineens heel ingewikkeld kennelijk

Dat betekent concreet dat we dus niet eens weten hoeveel varkens we in stallen hebben gepropt in Enschede, maar we weten wel dat hun poep een bepaalde hoeveelheid is die we kunnen vergisten.

4.Kan de wethouder ons deze discrepantie uitleggen?

Wij kregen de suggestie dat er wellicht een soort communicatiekloof kan zijn tussen verschillende afdelingen.

Antwoord: Het is vervelend als u zo lang geen antwoord op uw vraag gehad hebt. Hopelijk is met onderstaande uw vraag beantwoord.

In elk milieudossier staat aangegeven welke type bedrijven we hebben in Enschede, welke soort dieren worden gehouden en hoeveel. De meeste agrarische bedrijven in Enschede zijn melkveehouderijen, deze zijn grondgebonden. In 2022 kende Enschede 47 melkveehouderijen. Als het gaat om intensieve veehouderij had Enschede in 2022 4 varkenshouderijen en 1 bedrijf met vleeskuikens. De aantallen varkens binnen de grenzen van de gemeente zijn bekend. Een varkenshouder moet de aantallen varkens doorgeven aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Het CBS maakt hier jaarlijkse overzichten van die openbaar zijn. In 2022 waren er 4 varkensbedrijven in Enschede met in totaal 9175 varkens. Op de website van het CBS is te lezen dat het aantal varkens en het aantal bedrijven drastisch zijn afgenomen in de afgelopen jaren.

Op de databank StatLine van het CBS zijn per gemeente de gegevens opgenomen van de jaarlijkse landelijke landbouwtelling (o.a. het aantal bedrijven, aantal en soort dieren varkens, koeien, kippen en geiten). De landbouwtelling maakt deel uit van de gecombineerde opgave, die onder meer gebruikt wordt voor de uitvoering van het landbouwbeleid en handhaving van de Meststoffenwet. Ook de hoeveelheid geproduceerde mest is via StatLine te achterhalen.


5. Kan daar dan naar gekeken worden?

Want het is toch gek dat elke boer in Enschede recent wel een uitnodiging krijgt van wethouder van de berg voor een kennisbijeenkomst. Maar dat wij niet weten of en hoeveel koeien, varkens, kippen en geiten zo’n boer bijvoorbeeld houdt?

Dat terwijl het toch de gemeente zelf is die een omgevingsvergunning afgeeft om een stal te kunnen bouwen.

Antwoord: Zoals in de eerdere beantwoording is aangegeven zijn dieraantallen in beeld bij de gemeente.
Wij vinden het belangrijk om kennissessies te houden voor bedrijven die dieren houden. Dit organiseren we samen met de gemeenten in Zuid Oost Twente. Op 6 oktober a.s. betreft het een kennissessie voor boeren om hen te informeren en met hen van gedachten te wisselen over de toekomst van de landbouw (innovaties, het op handen zijnde Provinciaal Programma Landelijk Gebied, de gebiedsprocessen die georganiseerd gaan worden etc.).



6.Want het college is toch ook verantwoordelijk voor de gezondheid van de menselijke inwoners?

Antwoord: Wij hebben als gemeente de opgave om binnen de bestaande wet- en regelgeving rekening te houden met mogelijke gezondheidsrisico’s van veehouderijen voor omwonenden. Op dit moment vinden veel onderzoeken plaats (in opdracht van de Rijksoverheid (Rijksinstituut voor Milieu en Volksgezondheid)) om hiervoor meer handvatten te bieden. De Omgevingswet draagt hier ook aan bij. Daarnaast is er in de huidige milieuwetgeving aandacht voor o.a. de emissie van geluid, ammoniak en fijnstof naar de omgeving

7.Dan dienen wij toch te weten hoeveel dieren we houden in onze intensieve veehouderijen? Er wordt met klem gewaarschuwd dat de heersende vogelgriep niet in een varkensstal terecht moet komen.

Antwoord: Bij een uitbraak in bedrijven waar dieren worden gehouden (bijv. de vogelgriep) zijn diverse overheden en organisaties betrokken. Voornamelijk zijn het Ministerie van Landbouw Natuur en Voedselautoriteit, Rijksdienst voor Ondernemend Nederland en Nederlands Voedsel en Warenautoriteit aan zet. De gemeente heeft dan met name een communicatieve rol richting inwoners. Stel een zoönose is aan de orde, dan kan Ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport, de Veiligheidsregio of de burgemeester veiligheidsmaatregelen treffen. De dierziektebestrijding blijft echter de verantwoordelijkheid van het Ministerie van Landbouw Natuur en Voedselautoriteit en het Ministerie van Landbouw Natuur en Voedselautoriteit om ziekteverspreiding te voorkomen.

8.Hoe zorgt Enschede ervoor dat dat niet gebeurt als we niet weten hoeveel kippen en hoeveel varkens Enschede heeft?

Antwoord: Zoals eerder genoemd zijn er verschillende instanties betrokken, ieder vanuit zijn of haar verantwoordelijkheid om ziektebestrijding bij bedrijven waar dieren worden gehouden te voorkomen. Hierbij is aandacht voor het dierenwelzijn en preventieve maatregelen.

9.Hoe houden wij de oprukkende Afrikaanse varkenspest tegen? Daar wordt nu al met borden langs de snelweg voor gewaarschuwd.

Antwoord: De Afrikaanse varkenspest is zeer besmettelijk en vaak dodelijk voor varkens. Het virus zelf is ongevaarlijk voor mensen, het is geen zoönose. Voor de bestrijding van de ziekte bij wilde zwijnen heeft het Ministerie van Landbouw Natuur en Welzijn met de Provincies een plan van aanpak opgesteld. Ook de Rijksoverheid, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu en de Universiteit van Wageningen hebben draaiboeken liggen om goed voorbereid te zijn.

10. Wij willen graag een onderbouwde bevestiging van de wethouder dat wij zorgvuldig handelen want we zijn toch echt nog maar net bekomen van de corona epidemie.

Antwoord: Zoals in eerdere antwoorden is aangegeven werken we samen met alle betrokken instanties om te voorkomen dat ziekte bij bedrijven waar dieren worden gehouden wordt verspreid. Wij nemen als gemeente onze verantwoordelijkheid hier serieus in.

11. En als laatste de vraag of het college bereid is om binnenkort eens om tafel te gaan zitten met de overige gemeenten Twence en de Deskundigenberaad-Zoönosen om eens duidelijk de risico’s en gevaren in kaart te brengen zodat we hopelijk dierenleed kunnen gaan verminderen, de stikstof problematiek helpen oplossen en écht groen gas gaan maken.

Antwoord: Wilt u ons nader toelichten wat het doel van het gesprek zal zijn? Er liggen vele actieplannen en plannen van aanpakken waarin de rechten en plichten van alle betrokkeninstanties (rijksoverheid, RIVM, Universiteit Groningen, provincie etc etc) in beschreven zijn en dus ook de informatieplicht naar de gemeente toe over de mogelijke risico’s.